Ubu Roi

Een meester in onzinwoorden was de Franse toneel- en romanschrijver Alfred Jarry (1873-1907). Hij werd beroemd om zijn cyclus rond Père Ubu (Vader Ubu). Reeds op vijftienjarige leeftijd schreef hij zijn eerste versie van zijn Ubu-kluchten: Ubu roi (koning Ubu) en Ubu cocu (Bedrogen - echtgenoot - Ubu). Jarry en zijn medescholieren hadden een bepaald beeld van hun natuurkundeleraar en dat beeld kreeg op karikaturale wijze vorm in het personage Ubu. Beide kluchten werden door de studenten in een eigen Marionettentheatertje, 'Les Marionnettes du Théâtre des Phynances' genaamd, opgevoerd. Later gaf Jarry de stukken verder vorm en werden ze ook als toneelstukken opgevoerd. Père Ubu is de vleesgeworden imbeciliteit, laagheid en verwaandheid, een volgevreten en uitermate vulgair heerschap. Als het Doek opgaat, smijt hij al direct een smeuïg 'merdre' de zaal in. Een extra r in een woord dat in die tijd taboe was. In het Nederlands zou het 'proep' zijn. Niet alleen Ubu, maar ook zijn vrouw en andere burleske personages bezigen continu vunzige taal. Bij een diner eten ze 'choux-fleurs à la merdre', 'bloemkolen op zijn proeps'. Na de maaltijd scheldt Ubu zijn vrouw uit voor 'grosse merdre', in goed Nederlands: 'dikke drol'. Vervolgens gebruikt hij 'une pompe à merdre' (Klisteerspuit) en zegt: 'J'entends confrondre notre vertueuse épouse avec un pisse-pot' - 'Ik hoor dat mijn deugdzame echtgenote verward wordt met een pispot.'
Ubu_roi
Illustratie uit: Tout Ubu.
Auteur: Alfred Jarry.
Impressum: Librairie Générale Française, Paris (1962).
Stamboeknummer: 71.636.